De openbaring van de Toreador.
Zaterdagmiddag, 08:00. Ik ben zojuist met de mannen van het roemruchte twidde weggereden. Het tijdstip is belachelijk vroeg, maar dat is ons ingefluisterd door het zelfbenoemde orakel, de heer Heras Hekwerk. Volgens hem stonden alle bruggen open, waren er twee bruggen volledig weggehaald en werd Rotterdam al weekenden lang geteisterd door een verkeersinfact van heb ik jouw daar. Gezien onze Heras zich ook in het dagelijks leven bezig houd met het in kaart brengen van vervoer, twijfelde niemand aan zijn waarneming en zat het voltallige team om 9:00 ’s ochtends in Barendrecht, alwaar de wedstrijd om 17:00 zou aanvangen.
Niemand? Uiteraard niet. Het team kent enkele eigenwijze zelfbenoemde eikels, te weten de Toreador (later meer), de openbaring (later meer) en ‘biklam m’n knie ohnee toch de andere knie’ (later meer). Met andere woorden, om 16:29 was het team dan toch echt compleet, kon er nog steeds gloeiend hete maar versgeperste koffie in de magen gedruppeld worden en stonden we om 16:39 scherp in de zaal.
De pot vandaag? Spirit moest eraan geloven. Uw twidde had van de laatste acht wedstrijden er zes gewonnen, en toch stond het laatste. Het schiet ook niet op dat als je wint dit altijd in een 3-2 gebeurt, maar het verlies vaak met 0-4 geschiet. Gevolg is een gemiddeld moyenne van 1.5 punt per wedstrijd, en dan heb je dus 30 punten.
Afijn, maar is beginnen met de opstelling. Heras hekwerk had een sluiproute gevonden en stond dus in de basis op te wippen (mo stond nog bij d’n brug), Biklam m’n andere knie en de toreador op het midden, de openbaring op de dia en als lopende passers stond onze koots samen met d’n Bitch. Die was overigens extreem verhuld met het feit dat de palen ingepakt waren in zachte stof, zodat hij zijn brillen deze keer wel heel hoopte te houden. Hulde! Wat u verder nog als context moet weten; het twidde moest met 4-0 winnen om hoop te houden op direct lijfsbehoud.
Binnen no-time stonden uw helden met 6-2 voor. Heren twee was scherp, en na een wat aarzelend begin van auw m’n knie werden met name de ballen door het midden gescoord. Dat zorgde voor voldoende druk, waardoor de scheidsrechter met ongeloof stond te kijken naar de dia. ‘Wat een openbaring!’, aldus zijn gedachte. ‘Ik wist helemaal niet dat hij kon volleyballen!’ Welnu scheids, dat wisten wij ook niet. Maar een ezel die balkt is nog geen paard. Of zoals de friezen zeggen; ‘et gieht niet oan!’. Bakkes beppe… uuuh toreador. ‘Nee gai’. Zucht.
Toch begonnen er wat foutjes her en der in te kruipen. De spanning was hoog, gezien het belang. Uiteindelijk drukte het twidde op het juiste moment door en zat de set met 28-26 in de knip. Niks aan het handje.
Set twee. Het twidde pakte een ruime voorsprong, en met 15-8 was er geen vuiltje aan de lucht. En dat was dan ook het moment voor de Toreador om te shinen. Zijn moment. Hij serveerde, een prachtige boog die zeker drie banen om de aarde maakte alvorens hij lande op de handen van de passende loper. Een wipje, een aanval… nee toch een tikbal. Maar onze toreador had het gezien. Hij ziet alles. Briesende stieren, puntige speren… hij is niet te foppen. En met en joie de vivre waar de koeien geen hooi van lusten dook hij naar de bal. Het team zat te watertanden, d’n hidde had tranen in zijn ogen bij het zien van de absolute tijgerhouding waarmee fruster naar de bal dook. Een juichkreet kwam van de lippen van Mellie. Trillende lipjes bij de koots. Het was fantastisch, bustertje, een ware pancake!
Fwiiieeet. Punt tegenstander. Total ongeloof. Wat gebeurde hier? Die hand… was die niet net vijftig centimeter naar links? Een grijns op het gezicht van de toreador… hij had het ‘m weer geflikt. Op de herhaling is het zichtbaar en hoorbaar. Noooooooohoooooooooo…. Fwoep! Daar ging de hand. De stier was ontweken, en vakkundig werd de bal aan de tegenstander gelaten.
Gelukkig was hij aanvallend scherper. De set werd uiteindelijk gewonnen, maar tegen het einde ging het moeizamer. 25-20. 2-0. Door met de missie.
Set 3. Nu moest het gebeuren. Scherpte was belangrijk! Leeftijd onbelangrijk. De neuzen dezelfde kant op! Alles erop! En binnen enkele minuten stond het 10-6 voor de tegenstander.
Totale paniek volgde. En toch, zo gelouterd, zo rustig, dat was de opdracht. Gelukkig bracht een time-out de nodige rust. Het was zo rustig, dat ik u er even door heen kan praten hoe zo’n 30 seconden nu precies gaat.
Het begint met 2 seconden stilte. Iedereen kijkt vol adoratie naar de koots. En zodra hij begint te praten, gebeurd er dit.
‘We moeten de koots wisselen’ begint El.
‘Wat een goe…’ reageert de koots.
‘We moeten serveren op positie 1!’ reageert Lambik.
‘Dat ka..’
‘Eej, Hidde, ben jij gisteravond ook naar het cafe geweest?’ Grijnst de Toreador.
Mo zit ondertussen zijn nagels schoon te krabben.
Heras loopt ondertussen naar de scheids, die hij nog kende van de basisschool en is even een praatje maakt. Ondertussen staat Melvin luid te onderhandelen in het Spaans dat hij meer ‘do paya de los blanco spoederos’ wil. Max tettert er vrolijk op los. ‘Ik ben goed, man wat was ik weer goed’. En Tieme zit met een prachtige borstel zijn haren te kammen.
‘Jongens, nu even centr..’ probeert de arme Koots.
‘KALF!’ reageert Buster ondertussen lachend, als hij hoort hoe Hidde weer iets vrouwelijks schoons aan de haak heeft geslagen.
‘Dus wie gaan we nou wisselen?’ Vraagt El nog.
‘M’n rechtse, eeeh linkse knie gaat echt niet meer Goelik’, gaat Lambik er tussendoor.
‘JONGENS NU WIL IK ECH…’
FWIEEEE. 30 seconden zitten erop. Lachend staan de mannen op. Tieme reset ondertussen van Gulik, zodat hij zich weer kan richten op het volleybal. Helaas is de set verloren; het midden valt terug in scoringsdrang, de openbaring heeft zich geopenbaard, en omdat de pass 0,01 centimeter minder is (iets waar zelfs Max Verstappen zich enorm over kan opwinden) wordt het score lastiger.
Datzelfde spelbeeld trekt zich door naar de 4e set. Gelukkig, met de inbreng van d’n Melster weet uw twidde het om te draaien naar set 5, en wordt uiteindelijk de overwinning nog binnengehengeld.
Is dat alles? Geen ontknoping? Geen spannende ontwikkeling.
Nee. Wel een klein wapenfeitje. De set was al ver gevorderd. Je zag de wanhoop bij de tegenstander ontstaan. Ze zouden gaan verliezen. De middenman van de tegenstander was er ook klaar mee. Hij zag overduidelijk het blok hangen van de toreador. Met een hele grote grijns. ‘Ik ga m dr in joekelen! Is die klote set ook voorbij’. Hij sprong, en met al zijn kracht roste hij de bal in het blok.
KABOEM. Een gat in de grond, bal binnen de drie. Hoe kon dat? Waar was dat blok? Niemand die het wist. Maar met een grijns keek de toreador naar zijn teamgenoten. Het was hem weer gelukt! Door op het aller aller laatste moment zijn handen weg te trekken, met een snelheid die wederom alleen max verstappen zou kunnen evenaren, creëerde hij het benodigde gat. Tranen van geluk stroomde over zijn wangen, de tribune huilde in de verte bij het zien van deze overduidelijke parel op de velden.
Eind goed al goed? Misschien. Qua stand staan we er slecht voor. Maar met 7 uit de laatste 9 winstpotten kunnen we wel aangeven dat uw twidde op dit niveau thuishoort.
Waarom dan toch eind goed al goed? Omdat we zeker weten dat de toreador komt trainen. Biklam was namelijk zo slim om de tas van de Fruster mee te nemen, zodat er woensdag tassen geruild moet worden. Komt het toch nog goed….
En niet alleen dat. Aan het eind van de wedstrijd kwam de scheids El om zijn handtekening vragen.
‘Wat ben jij een openbaring! Ik heb zelden zoiets moois gezien!’ El groeide uit tot twee meter.
‘Wat zal ik erop schrijven?’
‘Zet er maar op, van El voor mijn kleinkinderen. Zelfs een lelijk eendje wordt soms wel eens een zwaan’. El keek verbaasd op.
‘Ja, ik wist niet dat jij kon volleyballen! Maar ik moet ervandoor he, de groeten!’
En het gehuil wat men in de verte hoorde kwam niet van een kind.
