“Blind geluk”
Soms sta je met een team in het veld en denk je: “Waar zijn we in godsnaam mee bezig?” Afgelopen zaterdag was weer zo’n dag. Een wedstrijd die net zo stabiel was als een IKEA-tafel na een vrijdagmiddagborrel. Gelukkig hadden we de scheidsrechter, die zo blind was als een mol met staar en meer ballen in ons voordeel gaf dan wij er überhaupt geraakt hebben.
Frutser
Frutser, onze middenman, stond weer als een trotse haan in het veld. Een beetje springend, zwaaiend en vooral: misstaand. Die jongen kan een bal harder missen dan jij je moeder mist op een zondagochtend als de koelkast leeg is. Maar goed, als er een blok stond, dan wist-ie het wel zó te doen lijken alsof hij het expres deed. Net echt, Frutser. Net echt. Zijn aanvallen daarentegen hadden een specifiek persoon wel meerdere malen een ongemakkelijke situatie laten creëren in de onderste delen van zijn kledij.
Heras
Als spelverdeler blijft Heras een wandelend mysterie. Hij strooit met ballen alsof hij met dartpijlen aan het gooien is na z’n zesde bier. Af en toe perfect, meestal niet. Maar hé, volgens hem ligt het altijd aan de ander. “Kom op jongens, die pass moet beter aansluiten!” roept hij dan. Ja Heras, misschien moet je zelf eens beginnen met de bal aan te sluiten op de hand van je middenman.
Arie
Arie, onze andere middenman, is zoals een koelkast: staat er, is groot, maar verder gebeurt er weinig. Zo nu en dan flikkert er een bal in het blok alsof hij vergeten is hoe hoog het net eigenlijk is. Maar eerlijk is eerlijk: Arie heeft meer charisma dan volleybaltalent, en soms is dat alles wat je nodig hebt om toch een punt te pakken.
Mo
Mo, onze trouwe bankzitter. Vanwege een schouder die vaker problemen heeft dan het internet bij een provider in de aanbieding, mocht hij zaterdag vooral analytisch aan de slag. Vanuit de bank gonsde zijn commentaar als de achtergrondmuziek bij een slechte film: altijd aanwezig, vaak ongevraagd. Maar eerlijk is eerlijk, Mo blijft altijd positief en moedigt iedereen aan, zelfs als het spel nergens op lijkt. En hé, niemand pakt die bidon zoals jij dat doet, maat. Klasse.
Stijn
Onze diagonaal, Stijn, was zaterdag weer lekker bezig. Met een sprongkracht waar je bijna jaloers van wordt en een arm die als een kanon tekeergaat, wist hij een paar ballen snoeihard binnen te slaan. Natuurlijk ging er ook wel eens eentje uit, maar dat vergaf iedereen hem graag. Stijn blonk ook echt uit in zijn verdediging elke bal die vlak bij hem in de buurt viel werd precies niet verdedigd.
Telman
Telman stond naast de bank te kijken naar die ervaren rotten. Helaas was er voor Melman weinig kans om zijn waarde te bewijzen gezien het feit dat Frutser redelijk degelijk was en Arie met zijn Charisma niet te vervangen bleek te zijn. Ook vond ik Bestelman enorm sterk met zijn wijze woorden als “Stuk Voeg” & “ja stelletje eikels”
Maar hij was er wel weer bij en dat siert de “besteman” en dat schijnt tegenwoordig al meer te zijn dan we van sommigen kunnen verwachten toch El?
D’n Bitch
D’n Bitch was zaterdag weer in topvorm. Alles wat hij deed, ging perfect. Hij sloeg nooit uit, maakte geen enkele fout en was simpelweg ongrijpbaar. Waarom? Omdat hij zélf zegt dat het zo was. Je kunt hem er niet op betrappen dat hij ooit een fout toegeeft, en eerlijk gezegd geloven we hem ook gewoon. Als er één speler is die écht alles goed doet, is het D’n Bitch. In zijn hoofd, dan.
Von Gullik
Onze libero, Von Gullik, was weer in z’n element. Althans, dat element was meer ‘modderpoel’ dan ‘vuur’. Hij dook op elke bal alsof hij net hoorde dat er gratis “witte” te verdienen was, maar als er echt gescoord moest worden, leek het meer op een mislukte scène uit Baywatch. Maar eerlijk is eerlijk, hij weet met die duiken altijd zó’n stofwolk op te laten waaien dat het net lijkt alsof hij écht keihard zijn best doet. Vooral op zo’n moment dat het er om draait en hij zegt deze moet goed. De bal komt het net over ondertussen werden er drie builen sjek gerold (ik hoor dat het merk zware van Melle was) afijn de bal nadert Von Gullik er klinkt een beklemmende stilte in de sporthal. In de verte huilt een kind. Von Gulik staat stil er ging van alles door hem heen, “GEEN FOUTEN”, “STELLETJE EIKELS” & “ZIT NIET ZO TE ZEIKEN”. En met een schitterende boogbal waar de familie Woods jaloers op zou zijn schiet de bal het veld van dames 1 in. Het blijft stil in de sporthal Heras kijkt Von Gulik aan die bij zichzelf denkt nu wordt ik compleet afgezeken. Heras keek naar de bank waar Melle zat en besloot om zichzelf in te houden. Het punt erop pakken wij en Von Gullik mag naar de kant om even op adem te komen. Plaats genomen op de bonk hoort hij de mooie woorden: “wat een enorme kutbal pa” Complimenten, Von Gullik, je bent een meester in het verkopen van je eigen onkunde en word terecht afgezeken door je eigen zoon.
D’n Diefke
D’n Diefke, onze passer/loper, had zaterdag weer de snelheid van een schildpad op vakantie. Die jongen beweegt minder dan een kapotte windmolen. Maar goed, als hij de bal raakt, gaat-ie wel hard, meestal recht de tribune in. Hij kan een bal beter kwijt dan jij je sleutels na een avond stappen. Maar hé, D’n Diefke scoorde wél een paar punten, dus misschien moeten we niet te veel klagen. Toch blijft het elke keer spannend of hij meer ballen binnen of buiten de lijnen weet te krijgen.
Jelle
Jelle mocht in de eerste set even meedoen en deed dat naar behoren. Hij bracht de rust in het spel die soms nodig was en had zelfs een mooie pass of twee. Na zijn wissel zorgde hij ervoor dat de bank warm bleef en gaf hij opbouwende feedback aan het team. Jelle blijft altijd een steunpilaar, of hij nou speelt of niet. Een teamgenoot waarop je altijd kunt rekenen.
EL
Afgelopen zaterdag moesten we het doen zonder onze EL, want die had besloten dat volleybal niet spannend genoeg is en koos voor een “spontane” vakantie in Marrakesh. Terwijl wij ons in het zweet werkten, liep hij waarschijnlijk rond in een souk, onderhandelend over een tapijt dat niet eens in z’n nieuwe atak tas paste. Of misschien zat hij ergens met een munt theetje in de hand, genietend van het idee dat wij het zonder hem moesten rooien.
Zijn afwezigheid bracht ons uiteraard in een kleine identiteitscrisis. Wie zou nu diagonaal over de bal heen slaan in plaats van erin? Toch vonden we een creatieve oplossing. Zonder EL hadden we ineens ruimte om als team nieuwe hoogten te bereiken. Verrassend genoeg bleek dat we ook zonder hem gewoon konden scoren – en misschien zelfs beter.
Dus EL, hopelijk heeft die kameel je wat volleybaltactieken meegegeven, want volgende week verwachten we dat je wat extra’s toevoegt. En als je iets meebrengt, laat het dan een bal zijn waar je wél mee kunt slaan, in plaats van een tapijt dat alleen maar stof verzamelt.
De scheidsrechter: “ik woar minne bril kwijt”
En dan die scheidsrechter. Jezus Christus, wat een held. In zijn ogen was alles wat wij deden in, en alles wat zij deden uit. Zelfs ballen die een halve meter buiten waren, werden als punt voor ons genoteerd. Als je ooit hebt getwijfeld of karma bestaat: zaterdag kregen we een volle dosis in ons voordeel. Bij het eindsignaal hebben we hem nog bijna op onze schouders de kantine in gedragen. “Scheids, bedankt hè, zien we je volgende week weer?”
De wedstrijd zelf?
Ach ja, die hebben we gewonnen. Maar daar ging het niet om. Het ging erom dat we weer een zaterdag met deze stelletje eikels overleefd hebben, met de gebruikelijke chaos, onkunde en Brabantse gezelligheid. En als bonus mochten we nog de scheids bedanken voor zijn blinde loyaliteit.
Volgende week weer, met hetzelfde zooitje & EL. En hopelijk dezelfde scheids.
